van venster
Een
tweelichtvenster
heeft twee vakken, vroeger 'lichten' geheten. De oudste
kruisvensters
bestonden uit een
tweelicht met een deelzuiltje,
met boven ieder benedenvak een eenvoudig bovenvak.
Die indeling bleef zo bij de latere kruisvensters: vier vakken,
gescheiden door het houten of natuurstenen kruis.
Wanneer er in het vak van het
kruiskozijn
geen
raam
geplaatst is dat het lichtdoorlatende materiaal bevat, spreken we van een
bovenlicht van een venster.
Is er wel een raam in het kozijn geplaatst, dan noemen we het een
bovenraam.
Bij jongere kruisvensters zijn meestal luiken aan de buitenzijde en ramen aan de
binnenzijde van ieder benedenvak geplaatst.
Kruisvensters met dubbele tussendorpel
hebben zes vakken, waarvan de vier bovenvakken
vaak samen dezelfde hoogte hebben als de twee forse benedenvakken.
Tekst: Jean Penders, 04-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders